Geen afzonderlijke afschrijving op zonnepanelen omdat deze onderdeel vormen van het gebouw

afschrijving op zonnepanelen

Op 24 april 2023 heeft Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij een woningcorporatie afzonderlijk afschrijft op zonnepanelen in plaats van dat de afschrijving hiervan wordt begrepen in de afschrijving op de gebouwen (verhuurde woningen) waarop deze zijn geïnstalleerd. De rechtbank oordeelt dat de zonnepanelen onderdeel vormen van het gebouw en dat deze dus de afschrijving op het gebouw zelf volgen.

Belang van de zaak – hogere afschrijving

Het belang van deze zaak ligt in de beperkte mate waarin kan worden afgeschreven op verhuurd vastgoed, namelijk tot ten hoogste de WOZ-waarde van een gebouw. Sinds 2019 geldt dit in de vennootschapsbelasting ook voor gebouwen in eigen gebruik. Ook installaties volgen deze afschrijfbeperking voor zover deze naar de verkeersopvatting onderdeel uitmaken van het gebouw. Echter, voor installaties die hoofdzakelijk dienstbaar zijn aan het (productie)proces dat in het gebouw plaatsvindt, kan op grond van de zogeheten werktuigenvrijstelling afzonderlijk – en dus zonder beperking – worden afgeschreven.

Casus – zonnepanelen vormen wél onderdeel van gebouw

Een woningcorporatie heeft in 2016 voor circa één miljoen euro aan niet-geïntegreerde zonnepanelen op door haar verhuurde woningen laten plaatsen, die binnen enkele uren geïnstalleerd kunnen worden. In de onderliggende woningen zijn omvormers geplaatst die zijn verbonden met de stroomvoorziening. Voor het gebruik van de stroom van de zonnepanelen hoeven de bewoners geen vergoeding te betalen.

De belanghebbende is van mening dat de zonnepanelen geen onderdeel of aanhorigheid vormen van het gebouw waarop ze zijn geplaatst en tevens eenvoudig en zonder schade verwijderd kunnen worden. Voor zover de zonnepanelen wél onderdeel van het gebouw vormen, beroept de belanghebbende zich op de werktuigenvrijstelling.

De rechtbank is van mening dat de zonnepaneleninstallatie naar de verkeersopvatting onderdeel uitmaakt van het gebouw, met name nu de opgewekte stroom ook ten goede komt aan (de huurders van) de woningen. Daarmee stelt de rechtbank ook vast dat de zonnepanelen geen werktuig vormen, nu deze dienstbaar zijn aan de woningen zelf en dus niet aan het (productie)proces.

Wilt u hier meer over weten? Neem contact op per e-mail of via +31 495 520 447 om een afspraak te plannen.
Volg Vaart Adviseurs & Accountants op LinkedIn of Facebook voor meer tips & nieuws.