Kabinetsreactie op het CPB-rapport over de BOR

Het CPB heeft de doeltreffendheid, noodzakelijkheid en doelmatigheid van de BOR onderzocht. Het kabinet geeft in reactie op het rapport aan dat zij ervoor kiest de BOR niet af te schaffen, maar aan te passen. Het kabinet stelt nog steeds achter de doelstelling van de BOR te staan: het voorkomen van liquiditeitsproblemen bij (reële) bedrijfsopvolgingen. Daarmee wordt blijk gegeven van een begrip van belangrijke nuances in het CPB-rapport en de kwetsbaarheid van (grotere) familiebedrijven bij afschaffing van de BOR.

Wel wil het kabinet knelpunten in de BOR adresseren en oneigenlijk gebruik van de BOR beperken. De regelingen zullen daartoe worden aangepast. Het kabinet wil daarbij niet alleen ‘oneigenlijk gebruik’ tegengaan, maar nadrukkelijk ook oog hebben voor de knelpunten die ondernemers bij toepassing van de BOR ervaren.

Wat zijn de plannen voor de BOR?

Het kabinet heeft in een eerder stadium al aangegeven dat verhuurd vastgoed aan derden voor de BOR standaard als beleggingsvermogen zal worden aangemerkt. Vastgoed dat wordt gebruikt binnen de eigen onderneming blijft tot het ondernemingsvermogen behoren. Onduidelijk is op dit moment nog welke reikwijdte de ‘eigen onderneming’ heeft en bijvoorbeeld welk belang een verhuurder in een onderneming moet houden om te kunnen spreken van vastgoed in eigen gebruik.

Het kabinet zal de komende maanden kijken welke aanpassingen in de BOR nog meer wenselijk zijn. Daarbij zal onder meer onderzoek worden gedaan naar:

  1. andere mogelijkheden om het onderscheid tussen ondernemings- en beleggingsvermogen te verbeteren
  2. de mogelijkheid om toepassing van de BOR te beperken tot gewone aandelen (met stemrecht),
  3. het eventueel laten vervallen van de dienstbetrekkingseis in de inkomstenbelasting,
  4. aanpassing van de bezits- en voortzettingseis in de BOR zodat deze beter past bij de dynamiek van ondernemingen en
  5. eenmalige toepassing van de BOR bij overdracht van dezelfde onderneming tussen dezelfde personen.

Daarnaast overweegt het kabinet om de toegang tot de BOR te beperken tot ondernemingen die voor een bepaald minimumbelang in handen zijn van dezelfde familie. Het kabinet realiseert zich echter dat ook daar de nodige kanttekeningen bij zijn te plaatsen.

In het voorjaar zal het kabinet de tussentijdse conclusies van bovenstaand onderzoek meenemen in de besluitvorming. De Tweede Kamer wordt uiterlijk aan het eind van de eerste helft van 2023 nader geïnformeerd over de uitkomsten daarvan. Het kabinet is voornemens om de uitkomsten van het onderzoek mee te nemen in het Belastingplan 2024, wat duidt op nieuwe wetgeving per 1 januari 2024.

Kom in actie

Overweegt u uw familiebedrijf in de (nabije) toekomst over te dragen? Wacht dan niet langer met het inwinnen van (nader) advies. Indien reeds aan alle voorwaarden voor de BOR wordt voldaan, kan het voorgaande aanleiding zijn om de beoogde (toekomstige) bedrijfsopvolging op korte termijn in gang te zetten.