Nieuwe box 3: Vermogensaanwasbelasting vraagt om fiscale voorbereiding

Vanaf 2028 verandert box 3 ingrijpend, als het huidige wetsvoorstel ongewijzigd wordt uitgevoerd. De overgang van het forfaitaire stelsel naar een vermogensaanwasbelasting betekent dat belastingplichtigen niet langer worden belast op basis van een fictief rendement, maar op basis van het werkelijke rendement op hun vermogen. Duidelijk is dat deze wijziging grote gevolgen heeft voor zowel belastingplichtigen als hun adviseurs.

Wat verandert er?

In het nieuwe stelsel worden zowel gerealiseerde als ongerealiseerde vermogenswinsten belast. Dit betekent dat ook waardestijgingen van bijvoorbeeld beleggingen die nog niet zijn verkocht, jaarlijks in de heffing worden betrokken. Daarnaast worden reguliere inkomsten zoals rente en dividend belast op het moment van ontvangst.

Een belangrijk aandachtspunt is het onderscheid tussen courant en niet-courant vermogen. Voor beursgenoteerde beleggingen is de waardering relatief eenvoudig, maar voor niet-beursgenoteerde belangen – zoals belangen in startups of vastgoed – wordt de waardering complexer. Dit vraagt om zorgvuldige documentatie en mogelijk externe waarderingen.

Nieuwe aftrekposten en verliesverrekening

Een opvallende verbetering is de introductie van verliesverrekening in box 3. Verliezen boven een drempel van € 500 per belastingplichtige kunnen worden verrekend met toekomstige positieve rendementen. Dit biedt mogelijkheden voor fiscale optimalisatie, maar vereist ook een nauwkeurige administratie.

Daarnaast worden onderhoudskosten aan vastgoed voortaan aftrekbaar. Verbeteringskosten daarentegen zijn alleen aftrekbaar bij verkoop van het pand, als onderdeel van de verkrijgingsprijs.

Wat betekent dit voor de praktijk?

De nieuwe systematiek vraagt om een andere manier van denken én administreren. Belastingadviseurs zullen hun cliënten moeten begeleiden bij het opzetten van een sluitende vermogensadministratie, het waarderen van niet-courante bezittingen en het benutten van de nieuwe verliesverrekeningsmogelijkheden.

Ook de timing van investeringen en transacties wordt belangrijker. Zo kan het voordelig zijn om onderhoudskosten uit te stellen tot na 2028, wanneer deze aftrekbaar worden. En bij vastgoed in het buitenland speelt de toerekening van inkomsten aan het heffingsvrije rendement een rol.

 

Volg Vaart Adviseurs & Accountants op LinkedIn of Facebook voor meer tips & nieuws.